Geluid meten en beheersen in de praktijk
Met welke apparatuur meet ik het geluid?
Geluidsvolumes meet je met een sonometer of decibelmeter. Er bestaan zeer veel verschillende types van decibelmeters. Al naargelang de nauwkeurigheid en de verschillende mogelijkheden variëren de prijzen van meettoestellen van 150 tot meer dan 5.000 euro.
Als je verplicht bent het geluid te meten (dus vanaf volumes hoger dan 85 dB(A) LAeq,15min), moet je meettoestel voldoen aan de volgende kenmerken:
- Het apparaat voldoet aan de eisen van de zogenaamde ‘klasse 2’ (dat is een bepaalde productnormering volgens internationale normen).
- Als je een meettoestel wilt kopen, zorg je er best voor dat de verkoper je met een certificaat garandeert dat het voldoet aan de klasse 2-eisen. (bij ons krijg je dit attest nadat alles geïnstalleerd is)
- Het toestel beschikt over een voldoende groot display voor een voldoende duidelijke weergave van de gemeten volumes.
- Het toestel meet minstens decibels met een A-weging, en met een ‘trage integratietijd’, de zogenaamde dB(A) slow. Het is namelijk zo dat je voor de activiteiten met een LAeq,15min-norm, je als organisator ook een meting mag uitvoeren van de maximumwaarden in slow (dB(A) LAmax,slow). In dat geval wordt er bij een niveau van maximum 102dB(A) LAmax,slow van uitgegaan dat aan de norm van 95 dB(A) LAeq,15min is voldaan. Er moet een overschrijding van beide normen worden vastgesteld vooraleer een proces-verbaal kan worden opgesteld.
- Voor activiteiten die luider gaan dan 95dB(A) LAeq,15min moet het toestel ook de gemiddelde geluidsdruk (de LAeq) kunnen meten. Voor de hoogste norm van 100 dB(A) LAeq,60min mag je als organisator ook een meting in LAeq,15min uitvoeren. In dat geval wordt er bij een niveau van maximum 102 dB(A) LAeq,15min van uitgegaan dat aan de norm van 100 dB(A) LAeq,60min is voldaan. Er moet een overschrijding van beide normen
worden vastgesteld vooraleer een proces-verbaal wordt opgesteld. Bovendien moet in dit geval het toestel ook de meetgegevens kunnen opslaan.
Je kunt een geluidsmeter lenen, huren of kopen. Wil je een geluidsmeter aankopen, vraag je best raad aan iemand met de nodige kennis en ervaring op het gebied van meetapparatuur.
Wat is geluid?
Geluid ontstaat door trillingen in de lucht. Als een geluidsbron gaat trillen, gaan de luchtmoleculen in de buurt van die bron meetrillen. De trilling wordt voortgezet en er ontstaat een geluidsgolf die zich
door de lucht verplaatst. Het menselijk gehoor is in staat deze trillingen of drukwisselingen om te zetten in zenuwprikkels die worden verwerkt in de hersenen. Het aantal trillingen per seconde is de
frequentie uitgedrukt in Hertz (Hz).
Wat is een A-weging?
Het oor (en meer bepaald het middenoor: trommelvlies, hamer, aambeeld, stijgbeugel en ovaal
venster) filtert het geluid dat erop invalt. Hierdoor zullen de lagere frequenties (bijvoorbeeld 100 Hz)
voor het menselijk oor zachter klinken dan de hogere frequenties (bijvoorbeeld 1000 Hz). Een
geluidsniveaumeter reageert echter niet automatisch op dezelfde manier. Een geluidsniveaumeter
met een ‘vlakke’ respons zal de sterkte van het geluid met lage frequentie even hard meten als het
geluid met hoge frequentie. Om vergelijking met het menselijk oor mogelijk te maken, zijn
elektronische filters ontwikkeld die we wegingscurven noemen. Er zijn vier wegingscurven: A, B, C en
D. De A weging wordt gebruikt om de gevoeligheid van het menselijk oor te simuleren (sterke
afzwakking in de lage frequenties).
Geluid wordt gemeten in decibel (dB). Als geluid wordt gemeten volgens de A weging wordt dit
uitgedrukt in dB(A).
Hoe werkt een geluidsniveaumeter?
Een microfoon registreert net zoals het oor de momentane geluidsdruk die zeer snel wisselt in de
tijd. Deze geluidsdruk wordt gefilterd bijvoorbeeld volgens de A weging om een vergelijking met
het menselijk oor mogelijk te maken. De trillingen die invallen op de microfoon volgen elkaar zeer
snel op, waardoor het nodig is om de geregistreerde geluidsdruk verder te bewerken en uit te
middelen over een zekere tijd. In het kader van de nieuwe geluidsnormen voor muziek zijn volgende
methoden van toepassing:
- Trage tijdsweging (LAslow): de laatst gemeten waarde weegt het meest door, oudere waarden
verdwijnen exponentieel uit het gemiddelde op een ‘trage’ manier (1 seconde);
- De energetisch gemiddelde geluidsenergie over een bepaalde periode (LAeq,T).
Wat is LAmax,slow?
LAslow is het A gewogen geluidsdrukniveau gemeten met een trage tijdsweging (1 seconde). Het geeft
een momentaan geluidsniveau weer (een geluidsniveau op een bepaald ogenblik).
LAmax,slow is het maximum dat dit geluidsdrukniveau bereikt. Dit is met andere woorden de hoogste
waarde van alle registraties van LAslow gemeten over een bepaalde periode (bijvoorbeeld een optreden). LAmax,slow is op elk moment beschikbaar, vanaf de start van de meting. Hierdoor is het
gemakkelijk op te volgen maar zal het, eens het maximum bereikt is, niet meer dalen. Dit maakt het
moeilijker om de dynamiek in de muziek in rekening te brengen.
LAmax,slow is beschikbaar op de meest eenvoudige geluidmeters en werd al gehanteerd bij de
handhaving van het KB van 24 februari 1977.
Wat is het equivalent geluidsdrukniveau (LAeq)?
Het A gewogen equivalent continu geluidsdrukniveau of LAeq,T is het A gewogen constante
geluidsdrukniveau dat gedurende het tijdsinterval T dezelfde geluidsenergie zou veroorzaken als het
werkelijk gemeten geluidsdrukniveau gedurende hetzelfde tijdsinterval. Het LAeq geeft het
gemiddelde weer dat dezelfde geluidsenergie heeft als alle werkelijk gemeten (maar sterk fluctuerende) geluidsdrukniveaus. Het is een grootheid die ruimte laat voor dynamiek tijdens een
muziekactiviteit omdat ze het geluidsniveau weergeeft gemiddeld over een langere periode, in het
geval van de nieuwe geluidsnormen voor muziekactiviteiten is dit 15 of 60 minuten. Hierdoor kunnen
luide passages afgewisseld worden met stillere momenten. Er kan ook een glijdend gemiddelde
worden weergegeven: na de eerste periode van 15 of 60 minuten is de LAeq,15min of LAeq,60min continu
beschikbaar.
Subjectieve luidheid ten opzichte van geluidsenergie
Een verschil van 1 dB tussen twee geluiden is niet of nauwelijks waarneembaar voor de mens. Vanaf 3 dB is het voor de meeste mensen duidelijk dat twee geluiden van elkaar verschillen. Pas vanaf een verschil van 10 dB zal door de meeste mensen gezegd worden dat het geluid twee keer zo luid is. Dit
noemen we de subjectieve luidheid. De geluidsenergie veroorzaakt door de geluidsdruk die uitgeoefend wordt op het trommelvlies, verdubbelt echter bij een stijging van het geluidsniveau met 3 dB. Met andere woorden: een stijging van het geluidsniveau met 3 dB betekent een halvering van de tijd waarin je op een voor het gehoor
veilige manier kan blootgesteld worden aan hoge geluidsniveaus.
Hoe en waar moet de meting gebeuren?
Als je beschikt over een meettoestel dat voldoet aan de normen, kun je aan de slag. Daarbij is het van groot belang dat je een correcte, representatieve meting uitvoert. De plaats van de meting, dus de plaats waar de meetmicrofoon zich bevindt tijdens de activiteit, is daarbij uiteraard van groot belang.
Hoe dichter je bij de bron van het geluid (de luidsprekers) meet, hoe hoger de volumes die je meet. Een meting in het midden van de zaal kan al snel enkele decibels verschillen van een meting vlakbij de luidsprekers.
Daarom moet je het geluid meten op een ‘representatieve’ plaats in de publieksruimte. Dat wil zeggen: een plaats waar het volume zoveel mogelijk overeenkomt met het gemiddelde volume dat alle luisteraars te verwerken krijgen. Dus zeker niet vlakbij de geluidsbron, maar ook niet helemaal ver weg van die geluidsbron. Afhankelijk van de situatie wil dat zeggen:
Bij een liveoptreden met klassieke liveopstelling, of wanneer de luidsprekers de muziek in dezelfde richting over het publiek verspreiden:
- In zalen bevindt de representatieve meetplaats zich op 1/3 tot 1/2 van de afstand tussen het podium en het verste punt van de publieksruimte, centraal tussen de luidsprekers. Dit komt in veel gevallen overeen met de plaats waar de mengtafel zich in de zaal bevindt.
- In openlucht zijn de afstanden vaak groter en bevindt de representatieve meetplaats zich op 1/2 tot 2/3 van de afstand tussen het podium en het verste punt van de publieksruimte met een maximum van 70 meter en centraal tussen de luidsprekers.
Bij een opstelling zonder mengtafel, en als de luidsprekers de muziek in verschillende
richtingen verspreiden, bevindt de representatieve meetplaats zich centraal tussen de verschillende luidsprekers, indien mogelijk op de kruising van de denkbeeldige assen door alle luidsprekers. Concreet betekent dat meestal: centraal boven de dansvloer. Ook de positie van de meetmicrofoon is van belang: wanneer de microfoon te laag staat, wordt het geluid mogelijk door het publiek gedempt en krijg je geen representatieve meting. Ook wanneer de microfoon te hoog staat of hangt, kan het zijn dat te lage of te hoge geluidsvolumes worden gemeten.
Daarom moet de positie van de meetmicrofoon aan de volgende criteria voldoen:
- Tussen 1,5 en 3 meter boven de vloer, bij voorkeur net boven het publieksvlak.
- Niet gehinderd door publiek of andere obstakels.
- IIndien mogelijk minstens 0,5 meter van het plafond, liefst zelfs 1meter.
Elke zaal is anders. De juiste representatieve meetpositie bepalen, is in sommige specifieke situaties niet makkelijk en voor discussie vatbaar. Bij twijfel,
overleg dan met de bevoegde controledienst om samen te bepalen waar de representatieve meetplaats zich moet bevinden.
De akoestiek van een ruimte: een vloek of een zegen?
Eenzelfde geluidsbron klinkt in verschillende ruimtes soms totaal anders.
Iedere zaal, café, tent ... heeft immers zijn eigen akoestiek. De ene ruimte geeft veel meer ‘galm’ dan de andere. In een goed gedempte zaal klinkt het geluid stiller dan in een grote ruimte met veel galm. Daarom is het in sommige ruimtes veel makkelijker om een kwalitatieve geluidsweergave te krijgen dan in andere.
Het is dus in sommige ruimtes ook veel makkelijker om de geluidsnormen te respecteren dan in andere. De akoestiek van
een ruimte is een even belangrijke factor als het eluidsmateriaal waarmee wordt gewerkt. In het algemeen gelden hierbij volgende principes:
- Harde materialen (hout, steen, metaal, maar ook bv. tentzeil) weerkaatsen het geluid meer en harder dan zachte materialen (doeken,
tapijt, isolatiemateriaal ...).
- In ruimtes die het geluid meer en harder weerkaatsen, klinkt hetzelfde geluid luider dan in een gedempte ruimte. In gedempte ruimtes is het dus makkelijker om de geluidsnormen te respecteren.
- Een ideale ruimte om te werken met versterkte muziek aan hoge volumes is dus een ruimte met veel “demping”. Deze demping kan je bekomen door het gebruik van doeken of bepaalde zachte (isolatie)materialen. Ook het aanwezige publiek dempt het geluid: een lege zaal klinkt dikwijls veel luider dan een volle zaal. Bij liveoptredens
met luide drums of andere luide geluidsbronnen op het podium kun je soms spectaculaire resultaten halen door bv. dempend
materiaal aan te brengen op plafond en wanden boven en
naast het podium.
Wat doe je met het juiste materiaal?
Het spreekt vanzelf dat goede geluidsapparatuur helpt om een goede weergave van muziek te bekomen, zowel voor livemuziek als opgenomen muziek. Het is met een kwalitatieve muziekinstallatie dan ook heel wat makkelijker om de geluidsnormen te respecteren dan met een installatie die niet goed functioneert of gewoon van mindere kwaliteit is. Daarnaast is het ook belangrijk dat je de juiste apparatuur gebruikt op de juiste plaats. Te grote
luidsprekers in een te kleine zaal zijn geen goed idee, en omgekeerd. Minstens even belangrijk is hoe de geluidsapparatuur wordt opgesteld en bediend. Een kwalitatieve installatie die slecht is afgeregeld, klinkt nooit goed. In het algemeen gelden hier de volgende principes:
- Luidsprekers moeten juist worden geplaatst. Dat wil zeggen: voldoende hoog (zodat het geluid niet wordt belemmerd door publiek), en juist gericht. Luidsprekers die te dicht bij een muur staan, niet goed gericht zijn of te laag staan, werken niet optimaal. Om die reden zet men vaak het volume hoger om toch het gewenste effect te bereiken. Het gevolg daarvan is dan weer dat de muziek slecht klinkt en dat de geluidsnormen worden overschreden. Probeer ook minstens een afstand van 0,5 tot 1 meter tussen het publiek en de luidspreker te voorzien. Dichtbij de luidsprekers gaat het niveau
zeer snel omhoog en hierdoor stel je het publiek bloot aan erg hoge geluidsniveaus.
- Dikwijls wordt het volume hoger gezet om ervoor te zorgen dat men overal (ook achteraan in de zaal, ook in de uithoek van het café ...)
de muziek goed kan horen. In vele gevallen kun je dat beter oplossen door meer, maar kleinere luidsprekers te plaatsen. Zo krijg je een
betere spreiding, ook op een laag volume.
- De algemene afstelling van een installatie laat je het best uitvoeren door een professionele geluidstechnicus. Zeker bij grotere installaties
geldt dat de geluidsnormen makkelijker nageleefd kunnen worden als de installatie goed is afgesteld. Een transparant en evenwichtig geluidsbeeld zorgt er immers voor dat geluidstechnici en dj’s minder geneigd zijn om meer volume te geven. Meer bepaald gaat het hier over het afstellen van de verschillende frequenties (een juiste verhouding tussen bassen, middentonen en hoge tonen) en de regeling van de aparte volumes van de verschillende luidsprekers.
Wat met geluidsvolumes bij liveconcerten?
Het versterken van livemuziek is uiteraard complexer dan het afspelen van opgenomen muziek op cd of een ander medium. In het algemeen geldt
dat liveconcerten in kleine ruimtes meer problemen geven dan concerten in grote professionele zalen. Zowel wat betreft de geluidskwaliteit als het
naleven van de geluidsnormen ligt de oorzaak van vele problemen zeer dikwijls
aan de bron, op het podium. Veel problemen kun je al voorkomen of oplossen door aandacht te schenken aan volgende punten:
- Alles begint bij een goede start-balans op het podium. Als de drummer véél te luid speelt t.o.v. de andere instrumenten, als een gitarist zijn gitaarversterker drie keer zo luid zet als de bassist, kan het concert nooit goed klinken, en wordt het naleven van de geluidsnorm een
moeilijke opdracht. Daarom is het goed als de geluidstechnicus van dienst in eerste instantie de muzikanten helpt of hen ervan probeert te overtuigen om op een aanvaardbaar en gebalanceerd volume te spelen op het podium.
- Een gitaarversterker naar de muzikanten richten in plaats van naar het publiek kan bijdragen tot een betere balans voor het zaalgeluid.
- Stillere cymbalen, of dempers op de cymbalen, kunnen soms wonderen verrichten om het algemeen podiumvolume naar beneden te krijgen.
Door wie en hoe wordt er controle op de geluidsnormen uitgevoerd?
De controle op de naleving van de regelgeving gebeurt door een bevoegde toezichthouder. Dat kan iemand zijn van de gemeente, van de politie, van
de provincie of van het Vlaamse Gewest. Een controle kan op ieder moment plaatsvinden, naar aanleiding van een klacht maar ook gewoon ambtshalve.
Dat wil zeggen dat een controle dus ook kan gebeuren zonder dat er sprake is van enige klacht. Bij een controle kan de toezichthouder nagaan of de verplichte bijkomende maatregelen (bv. aanwezigheid en gebruik van een geluidsmeter of ter beschikking stellen van oordopjes) zijn genomen, en uiteraard ook of de geldende geluidsnorm niet wordt overschreden. In het laatste geval moet
de toezichthouder met een eigen meettoestel een geldige meting uitvoeren. Let op: zoals al eerder vermeld bestaat er naast de regelgeving over
muziekactiviteiten ook meer algemene wetgeving in verband met het
respecteren van de nachtrust. Misschien zijn er in je gemeente ook nog specifieke regels om overlast te beperken. Het is dus ook nog mogelijk dat
de politie naar aanleiding van een klacht ter plaatse komt en je vraagt om bv. de muziek stiller te zetten, zonder een meting uit te voeren.
Wat zijn de sancties als je je niet aan de regels houdt?
Wanneer een toezichthouder een controle uitvoert en een overtreding vaststelt, kan die een aanmaning geven, een verslag van vaststelling of een
procesverbaal opmaken. Let op: niet alleen de geluidsnorm overschrijden wordt beschouwd als een overtreding. Ook indien je niet beschikt over de
juiste vergunnning of je de verplichte bijkomende maatregelen niet naleeft
(gebruik van geluidsmeter, ter beschikking stellen van oordopjes), bega je een overtreding en kun je worden bestraft. De sanctie is afhankelijk van het soort overtreding. Ze kan variëren van een administratieve geldboete tot een vervolging door de correctionele rechtbank met eventueel een veroordeling en boete tot gevolg. De geldboetes kunnen hoog oplopen. In extreme gevallen kunnen er zelfs (voorwaardelijke) gevangenisstraffen worden opgelegd. Daarnaast kan ook worden beslist om de locatie waar de overtreding gebeurde voor een bepaalde tijd te sluiten. Het is dus duidelijk dat overschrijdingen van de geluidsniveaus niet licht beoordeeld worden. Ze worden beschouwd als een (milieu-)misdrijf en worden
ook zo bestraft.
Wie kan aansprakelijk worden gesteld indien er overtredingen zijn vastgesteld?
Zowel de eigenaar van een zaal of andere locatie, de huurder van een locatie, de organisator, de dj als de geluidstechnicus kunnen aansprakelijk worden
gesteld en dus beboet en vervolgd worden als er overtredingen zijn vastgesteld. Je doet er als organisator dus goed aan om én iedereen op zijn
verantwoordelijkheden te wijzen én zelf ook steeds de naleving van de normen goed op te volgen. Je kunt als organisator eventueel ook een contract maken met de dj en de geluidstechnicus waarin ieders verantwoordelijkheid wordt opgenomen.
Hiermee kun je een eventuele boete die aan jou is opgelegd, terugvorderen van de dj of geluidstechnicus. Een dergelijk contract ontslaat je echter
nooit van je verantwoordelijkheid (en aansprakelijkheid) als organisator. Als organisator blijf je immers te allen tijde mee verantwoordelijk voor de
veiligheid van je publiek, voor het voorkomen van overlast, en dus ook voor het naleven van de geluidsnormen.
Wat kun je doen om sancties te voorkomen?
Het enige dat je kunt doen om zeker geen sancties te krijgen, is uiteraard ervoor zorgen dat je in orde bent met de regelgeving en je de geluidsnormen
niet overschrijdt. Daarnaast is het echter ook aan te raden om als organisator of uitbater proactief contact op te nemen met de bevoegde dienst van je
gemeente. Hier kan je terecht voor informatie over de geldende regels, nuttige tips en advies. Een positief contact vooraf kan zeker ook helpen om in
geval van problemen door middel van overleg tot een oplossing te komen.